Wonen en kapitaal? Hoe werkt dat?

August 12, 2023

flat-block Foto: Sérgio Rola @Unsplash

Wie betalen we voor onze woning en waarom, in begrijpelijke taal uitgelegd.

Woningen

Woningen zijn een schaars goed. Er kunnen namelijk niet eindeloos woningen worden bijgebouwd.

Wonen is een primaire levensbehoefte. Om in onze maatschappij te kunnen functioneren, heeft ieder mens een woning nodig.

Alle woningen zijn van iemand, zowel huurwoningen als koopwoningen. Woningen zijn kapitaal.

Ook het kapitaal van koopwoningen kan gedeeltelijk of soms zelfs helemaal in handen zijn van kapitaalverstrekkers. Op papier is de bewoner dan weliswaar de volledige eigenaar, maar feitelijk is het voor het geleende deel van de kapitaalverstrekker, met de woning als onderpand.

Voor het deel van woningen dat niet tot het kapitaal van de bewoner behoort wordt (maandelijks) rente betaald aan de bezitter van dat kapitaal. Dat geldt voor zowel koop- als huurwoningen.

De rente die bewoners (1) aan de eigenaren van het kapitaal (2) van hun woning betalen is een passief negatief basisinkomen voor de eerste, en een passief positief basisinkomen voor de tweede groep.

(Dis-)Balans

Voor een gebalanceerde woningmarkt is het belangrijk dat dit woonkapitaal zo gelijkmatig mogelijk over de bevolking verdeeld is (en er dus zo min mogelijk rente wordt betaald). Hoe kleiner de groep is die het kapitaal bezit, hoe groter de macht van die groep wordt en hoe afhankelijker de rest wordt.

Naarmate de verdeling van woonkapitaal minder gelijkmatig wordt, groeit de kans op prijsstijging en dus stijging van de gemiddelde woonlasten, zeker vanwege de schaarste. Denk aan het spelletje Monopoly.

Zo is op termijn het verschil tussen het armste en rijkste deel van de bevolking niet alleen de grootte, mate van luxe of de locatie van de woning, maar kan iemand die in een heel duur huis woont maandelijks zelfs rente ontvangen, terwijl iemand in een heel goedkoop huis juist rente moet betalen. Zonder bestuurlijk ingrijpen in deze dynamiek groeit de welvaartskloof eindeloos door. Dat noemen we disbalans.

Disbalans zorgt voor leed en maatschappelijke spanningen.

Veel hoge, langlopende hypotheken die wellicht nooit volledig zullen worden afgelost, maar zeker een hoge mate aan langdurig huren duiden op een sterke disbalans binnen een maatschappij.

Bestuur en politiek

Bestuurders (politici) dienen in hun beleid met het oog op een “gezonde maatschappij” deze balans dus zorgvuldig te bewaken.

Het belangrijkste uitgangspunt voor gezond maatschappelijk beleid is logischerwijs het stimuleren van een gebalanceerd bezit van eigen woning (zonder krediet/hypotheek) en dus ook het stimuleren van de overerving daarvan aan volgende generaties, opdat in principe nooit iemand rente hoeft te betalen over de primaire levensbehoefte.

Het tegenovergestelde van gezond maatschappelijk beleid is het stimuleren van investeren in woningen door kapitaalkrachtige partijen, die hun kapitaalinvestering vervolgens willen terugverdienen als passief inkomen, ten koste van de meerderheid, en dus het creëren van disbalans.

Politici die zich inzetten voor een passief inkomen van de kapitaalkrachtige minderheid, noemen we meestal “rechts” of “liberaal”. Zij handelen eerder vanuit eigenbelang (recht van de sterkste, winnen of verliezen).

Politici die zich daarentegen inzetten voor een gebalanceerde samenleving noemen we meestal “links”. Zij handelen overwegend vanuit gemeenschapsbelang (loyaliteit, delen).

Een alternatief voor een gelijkmatige verdeling van kapitaal is al het kapitaal van de gemeenschap te maken. Dat principe noemen we “communisme”.

Cultuur

Verschillende landen hebben verschillende culturen (gewoonten, tradities) als het aankomt op woonbeleid en woonkeuzes.

Nederland

In Nederland is huren eerder norm dan uitzondering en zijn binnen de koopsector de hypotheken hoog (tot wel 100%), wat op een enorme disbalans en dus structureel maatschappelijk onverantwoord beleid duidt.

Nederland hanteert in beleidsmatig opzicht al vele decennia een rechts-communistisch compromis. De woningmarkt is opgeknipt in een “vrije markt” en een “sociale huurmarkt”. Het beleid drijft structureel de woningprijzen op en voorziet in steeds verder groeiende inkomsten bij het kapitaal (betaald door de rest), terwijl er aan de andere kant hard wordt geprobeerd wonen voor het armste deel betaalbaar te houden via een communistisch model (geen eigen bezit, maar sterk gereguleerd huren).

Rechts heeft als doel het liberale deel zo groot mogelijk te houden (als verdienmodel voor haar achterban) en heeft al decennia de overhand, waardoor de gereguleerde markt sterk onder druk staat en er structureel te weinig betaalbare woningen zijn. Links daarentegen verzuimt structureel buiten dit kader te denken.

De gevolgen van dit rechts-communistische compromis zijn desastreus, zowel voor de onderklasse, maar met name voor een deel van de middenklasse. Aan dit systeem en de gevolgen ervan zou een heel artikel gewijd kunnen worden, maar een aantal uitkomsten zijn: ontevredenheid bij velen, onrecht, lange wachtlijsten (tot wel 20 jaar), grensgevallen en hele hoge woningprijzen, mensen die “vastzitten” in hun woning, haat jegens asielzoeker, et cetera. Een absurdistisch voorbeeld dat ik er graag nog uitlicht, omdat het het model zo mooi illustreert, is dat mensen die “betaalbaar” wonen en daarvoor inmiddels een net te hoog inkomen hebben “scheefwoners” worden genoemd, omdat ze niet hun verantwoordelijkheid nemen investeerders hun rendement te betalen door “vrij” te gaan huren of een hoge hypotheek af te sluiten, zoals het model beoogt. Betaalbaar wonen is zo een voorrecht dat alleen verkregen kan worden door ofwel arm genoeg te zijn en veel geduld te hebben, ofwel door gewoon behoorlijk rijk te zijn.


Profile picture

Written by Alfons Seelen who lives in Europe and writes about society, regionalism, work, mental health, and economics | Follow him on LinkedIn