Systeemmensen versus hoogbegaafden

May 17, 2022

Systeemmensen faciliteren leed. Ze zijn de poortwachters van de gevestigde belangen, leven de heersende narratieven, zien kritiek daarop als aanval, als virus dat bestreden moet worden. Ze zien zichzelf als onderdeel van een gezond functionerend organisme, dat delen die het functioneren verstoren, moet helpen afstoten.

Systeemmens is voor zover ik weet geen vast bestaand begrip, al kan eenieder zich er vast wel iets bij voorstellen. Ik schrijf er nu expliciet over, omdat systeemmensen regelmatig voorkomen in mijn narratief — mijn visie op de wereld — en ik er later graag naar verwijs. De voornaamste oorzaak daarvan is dat ik zelf al mijn hele leven aanloop tegen systeemmensen en geloof dat dit type mens de wereld veel schade toebrengt, zonder zich daar zelf van bewust te zijn. Ik hoop daarover meer bewustzijn te creëren, zowel bij mensen die als systeemmens beschouwd kunnen worden als bij anderen. Ik geloof namelijk dat systeemmens zijn deels een keuze is, die voor veel mensen voor de hand ligt, omdat ze niet inzien welke schadelijke rol ze daarmee eventueel vervullen, voor de wereld, voor hun collega’s, hun kinderen. Ik zet de systeemmens af tegen een van zijn tegenpolen: de hoogbegaafde. Over hoogbegaafdheid is een boel geschreven en ik zal dit begrip toelichten, met enkele verwijzingen naar literatuur aangevuld met mijn eigen ervaringen als iemand die zelf tot die groep gerekend wordt. Een aantal uitspraken kan ik niet met referenties onderbouwen, omdat ik eigen ervaringen heb gekoppeld aan verhalen van andere hoogbegaafden, zonder wetenschappelijk kader.

Hoogbegaafdheid

Van hoogbegaafdheid bestaan verschillende definities. Een overeenkomst is een zeer hoge intelligentie (IQ > 130), maar het begrip wordt verder ook wel gekoppeld aan een hoge sensitiviteit, brede interesse, creativiteit, idealisme en een andere manier van denken en leren. De overgrote meerderheid van de hoogbegaafden (87%) is dan ook hoogsensitief1. De grens wanneer iets hoog of buitengewoon hoog is, is natuurlijk arbitrair, zoals alle grenzen die mensen met elkaar afspreken, om grip te krijgen op een complexe werkelijkheid. Een IQ hoger dan 130 betekent behoren tot de hoogst scorende 2% van de testgroep. De intelligentie van de testgroep - een representatie van de bevolking - wordt weergegeven via een normaalverdeling, een bell curve, waarbij index 100 gelijk staat aan de meest voorkomende score en tevens het gemiddelde. Hoe groter de afwijking van de 100, negatief dan wel positief, hoe zeldzamer. Echter, ook dit intelligentiequotiënt is niets absoluuts. Sowieso is een test altijd een momentopname. Of de geteste persoon zich fit, moe of gespannen voelt, heeft zoals bij iedere test, invloed op het resultaat. Daarnaast bestaan diverse intelligentietesten, die allemaal een eigen karakter hebben, ofwel de nadruk op andere aspecten van het functioneren kunnen leggen. Zo kan iemands intelligentieprofiel heel ongelijkmatig zijn en kan iemand bijvoorbeeld een bijzonder groot analytisch vermogen hebben, maar een relatief lage verwerkingssnelheid. De intelligentietest die ik zelf hebt afgelegd - de WAIS IV - geeft dan ook IQ-scores voor alle geteste onderdelen afzonderlijk, en die kunnen best wel ver uit elkaar liggen. Een testpersoon kan op basis van zijn of haar profiel daarnaast dus verschillende scores behalen op verschillende testen en verschillende momenten. Het idee is wel, dat men nooit toevallig een zeer hoge score behaalt, ofwel, dat omstandigheden de score kunnen verlagen, maar dat iemand eigenlijk nooit een beduidend hogere IQ-score kan behalen dan het maximaal vermogen. Wel dient te worden aangemerkt dat deelnemers uit de testgroep hoogstwaarschijnlijk ook niet allemaal hun maximale score hebben bereikt.

Veel hoogbegaafden hebben geen idee welke effecten hun intelligentieprofiel heeft op hun leven, behalve dan misschien hun opleidingsniveau.

Hoogbegaafdheid lijkt op het eerste gezicht een eigenschap die een positieve uitwerking moet hebben op het leven en de carrière van de betrokkene. De term werd dan oorspronkelijk ook gekoppeld aan prestaties i.p.v. talenten of gaven2. Echter, veel hoogbegaafden lopen juist eerder tegen problemen aan, waardoor zij hun potentieel niet kunnen benutten. Doch veel hoogbegaafden, die misschien wel vermoeden hoogintelligent te zijn, hebben geen idee welke effecten hun intelligentieprofiel heeft op hun leven, behalve dan misschien hun opleidingsniveau. Hoogbegaafdheid kan ook een taboe zijn, voor de omgeving, maar zeker ook voor de hoogbegaafde zelf, die doorgaans graag bescheiden is en absoluut niet als verwaande narcist gezien wil worden. Daarom hebben hoogbegaafden zelf vaak geen interesse in hun hoogbegaafdheid, totdat ze erachter komen, welke soms drastische gevolgen hun hersenen al hebben gehad voor hun leven. Dat kan een bijzonder emotioneel moment zijn. Hoogbegaafdheid is geen officiële diagnose, maar wordt regelmatig wel verkeerd gediagnosticeerd, omdat de effecten op het gedrag voor de buitenwereld lijken op de gevolgen van bepaalde psychische stoornissen en psychologen en artsen niet altijd voldoende kennis hebben over hoogbegaafdheid. Ook de misinterpretatie van gedrag door de omgeving kan leiden tot een verkeerde omgang met de hoogbegaafde. Een voorbeeld daarvan is een autoriteitsprobleem, waar ik zo nog op terugkom3.

Hooggevoelige wereldverbeteraars versus de macht

Verkeerde interpretaties en contraproductieve omgangsvormen vanuit de omgeving, kunnen bij de hoogbegaafde voor veel verwarring zorgen en emotioneel leed veroorzaken. Het gaat eventueel in de opvoeding al mis, maar daarna wellicht ook in het onderwijs of op het werk. Op plaatsen waar machtsrelaties een rol spelen, waar heersende systemen geen tegenspraak dulden, lopen hoogbegaafden het risico om vast te lopen. De oorzaak daarvan is het gedrag dat door de persoonskenmerken veroorzaakt wordt. Hoogbegaafden zijn vaak wereldverbeteraars. Door hun gevoeligheid en empathie zijn ze zich bovengemiddeld bewust van het leed dat door maatschappelijke systemen wordt aangericht. In de bestrijding daarvan doen ze niet snel concessies. Als ze de strijd met de regels aangaan is de motivatie van hun acties dus geen op zichzelf staande rebellie, maar verbetering van de algemene zaak. Om die reden kunnen hoogbegaafden tegen autoriteiten aanlopen, zelfs als ze in de kern heel gezagsgetrouw zijn. Hun acties worden regelmatig verkeerd geïnterpreteerd als wangedrag, en dus begrensd. Na verloop van tijd zal echter blijken, dat deze begrenzing niet aanslaat, dat steeds hardere begrenzing de relatie met de hoogbegaafde enkel schade toebrengt. De hoogbegaafde was namelijk totaal niet bezig met het opzoeken van grenzen. Hij overzag de situatie gewoon beter dan de autoriteit en bleef trouw aan zijn inzicht. Een hoogbegaafde erkent autoriteit en hiërarchie, maar enkel als dat op inhoudelijke gronden is.

Systeemmensen

Systeemmensen zijn een natuurlijke tegenpool van hoogbegaafden. Leden van beide groepen kunnen dan ook zeer allergisch op elkaar reageren. Systeemmensen leven de heersende narratieven, ze verdedigen de status quo en zij zien kritiek op de heersende systemen waarin zij prima functioneren als aanval, als virus dat bestreden moet worden. Ze zien zichzelf (al dan niet onbewust) als onderdeel van een gezond functionerend organisme, dat delen die het functioneren verstoren, moet helpen afstoten. Vaak worden hoogbegaafden door welwillende systeemmensen nog gezien als zieke onderdelen die genezen kunnen worden indien ze zich aanpassen, zodat ze alsnog in het systeem kunnen meedraaien. Maar als blijkt dat dat niet werkt, volgt alsnog verstoting.

Een aanval op het systeem is een aanval op hun zekerheden, het construct van waaruit zij hun ambities proberen te realiseren.

Systeemmensen zijn dus loyaal aan het systeem, aan de heersende macht binnen dat systeem en hen biedt het systeem ook houvast, een kader. Ze leren het systeem te gebruiken om zichzelf verder te helpen, door op te klimmen binnen het systeem. Om die reden, zal men systeemmensen veelal aantreffen op leidinggevende posities. Ze zijn gehoorzaam aan andere systeemmensen en worden daarvoor beloond met promoties. Bovenal, het systeem is leidend, dus goed. Alles wat het systeem faciliteert is dus geoorloofd. Morele vraagstukken hoeven volgens systeemmensen dus ook niet op individuele basis beantwoord te worden. Systeemmensen houden van andere systeemmensen. Een aanval op het systeem is een aanval op hun zekerheden, het construct van waaruit zij hun ambities proberen te realiseren. Mensen die het systeem niet respecteren, worden eventueel zelfs gezien als valsspelers, mensen die de spelregels willen aanpassen voor eigengewin.

Waar je systeemmensen tegenkomt

Systeemmensen zijn een diverse groep, extreem groot vergeleken bij hoogbegaafden. Dat wil zeker niet zeggen dat alle niet-hoogbegaafden systeemmensen zijn. Maar systeemmensen zijn in de maatschappij zeer zichtbaar en oververtegenwoordigd op invloedrijke posities. De succesvolste en dus invloedrijkste systeemmensen zijn vaak degenen met een ruim bovengemiddelde intelligentie. Er zijn zelfs hoogintelligente mensen, die toch tot de groep systeemmensen gerekend kunnen worden. Deze mensen missen de eerder benoemde persoonskenmerken van hoogbegaafden. Contexten waarbinnen systeemmensen veel te vinden zijn, maar waarbinnen hoogbegaafden het erg zwaar hebben, zijn grote organisaties, met duidelijke hiërarchische structuren. Denk aan het leger, maar ook andere overheidsorganisaties en grote bedrijven. Een militair moet een blind vertrouwen hebben in het land dat hij dient. Het is ‘zijn’ land, dus wat het leger in opdracht van dat land doet is in principe altijd het juiste. Als je daar structureel aan twijfelt of te veel morele vragen bij stelt, kun je je werk niet uitvoeren. Dus een hoogbegaafde zal niet snel op het idee komen in het leger te gaan, of — indien hij dat vanwege opvoeding bijvoorbeeld toch doet — hoogstwaarschijnlijk vastlopen. Het leger selecteert voor hogere posities ook op IQ, maar gebruikt daarvoor tests die de nadruk leggen op eigenschappen die voor het leger belangrijk zijn (dit vertelde mij ooit een psycholoog die zich in hoogbegaafdheid gespecialiseerd heeft).

Het debat met de directrice werd uiteraard niet op inhoud gevoerd. Dat wordt het namelijk nooit met systeemmensen. De winnaar staat van tevoren al vast.

De Pruisische cultuur en regels boven rede

Ik heb zelf binnen een Duitse overheidsorganisatie gewerkt, een bolwerk van systeemmensen en dus ingewikkeld voor hoogbegaafden. Er werkten echter ook diverse niet-systeemmensen, die — in tegenstelling tot mijzelf — een manier hadden gevonden om er te kunnen overleven. Het eveneens Duitse bedrijf waarvoor ik daarna werkte oogde weliswaar veel minder rigide en voor Duitse begrippen modern, maar de systeemrot zat dieper. Sowieso is de macht van systeemmensen binnen de Duitse maatschappij relatief groot, omdat regels er nog meer dan in veel andere landen boven inhoudelijke argumenten gaan. Dat die regels niet altijd op basis van inhoudelijke argumenten zijn ontstaan wordt graag genegeerd. Ironisch genoeg legde de directrice van deze overheidsorganisatie mij de Pruisische cultuur op een dergelijke manier uit, nadat ik met haar het debat op inhoud aan was gegaan over bepaalde regels. De Pruisen waren er volgens haar achter gekomen, dat het strak volgen en handhaven van duidelijke regels, goed werkte binnen een maatschappij. En dit was vanwege het succes de heersende cultuur geworden in het huidige Duitsland. Dat laatste kan ik beamen, maar wat ik verder heb waargenomen is de andere zijde van dezelfde medaille, namelijk dat wederzijds vertrouwen in de Duitse samenleving buitengewoon laag is (hierover wellicht ooit meer in artikelen over nationalisme, landen en hun samenlevingen). Het debat met de directrice werd uiteraard niet op inhoud gevoerd. Dat wordt het namelijk nooit met systeemmensen. De winnaar staat van tevoren al vast. Dat is een grote blinde vlek van hoogbegaafden.

Meer over systeemmensen en hoogbegaafden binnen organisaties

Aangezien systeemmensen bijna overal de scepter zwaaien, lopen veel hoogbegaafden dus vast in de maatschappij, met name daar waar sprake is van een afhankelijkheidsrelatie, zoals op de werkvloer. Iemand die onder een baas werkt, delft per definitie het onderspit, als hij zijn hiërarchisch meerdere niet kan overtuigen van zijn gelijk. De denkfout die hoogbegaafden bijna standaard maken, is dat ze ervan uitgaan dat uiteindelijk het beste idee wordt gevolgd. Als dat niet gebeurt, heb je het blijkbaar nog niet goed genoeg uitgelegd. Dat is logisch, want ieder is zijn eigen referentie 4.

Lange epistels van de kanarie in de mijn

Maar leidinggevenden zitten vaak helemaal niet te wachten op je mooie inzichten. Ze hebben hun eigen visie en die volgen ze. Kritiek daarop, hoe terecht ook, wordt vaak als ruis ervaren. Organisaties waarin systeemmensen veel invloed hebben, worden ogenschijnlijk op inhoud, maar feitelijk op macht (veelal i.c.m. narcisme) bestuurd. Hoogbegaafden daarentegen worden ook wel eens vergeleken met de kanarie in de mijn. Ze zijn uiterst gevoelig voor misstanden, voor leed door bijvoorbeeld een ongezond werkklimaat. De sensitieve hoogbegaafde wordt vaak als eerste ziek en trekt meestal ruim daarvoor al aan de bel, vaak door uitgebreide analyses van waar het misloopt of op termijn zal gaan mislopen, al dan niet middels lange epistels, waar de leidinggevende hooguit over denkt dat dat enorm ten koste moet zijn gegaan van zinvolle werktijd (in ieder geval nu de zijne). Maar bijna niemand luistert. De organisatie is in de tussentijd ofwel een stuurloos vrachtschip, of loopt achter een zogenaamd ‘visionaire’ leider aan. Visionairen zijn volgens systeemmensen degenen die zich met hard werken en hun hoge intelligentie naar de top hebben opgewerkt en daar net over het randje van de bestaande orde weten te kijken. In de tussentijd worden de echte visionairen, die al veel verder kunnen zien, maar niet op die hoge positie zitten, zoveel mogelijk uit het systeem gewerkt.

Maar laagbegaafden worden door systeemmensen niet gezien als bedreiging voor het systeem. Ze zijn ook al lang uit de essentiële delen van het systeem gefilterd door het onderwijssysteem.

Het is voor een hoogbegaafde dus ongelooflijk belangrijk een goede inschatting van de organisatie te maken waarbinnen hij/zij probeert te functioneren. Een hoogbegaafde hoeft niet noodzakelijkerwijs vast te lopen in een grote organisatie, maar heeft om succesvol te kunnen functioneren een beschermende omgeving nodig, binnen een afdeling die uitdrukkelijk niet wordt geleid door een systeemmens. Hoogbegaafden zijn als een kwetsbare diersoort, die zo nu en dan bescherming nodig heeft om te overleven in een wereld die niet op hem of haar is afgestemd. Alle systemen in onze maatschappij, of het nu om werk of onderwijs of wat dan ook gaat, zijn afgestemd op de meerderheid. Net zoals zeer laagbegaafden niet goed mee kunnen komen in die systemen, geldt dat ook voor hoogbegaafden (zie de normaalverdeling). Maar laagbegaafden worden door systeemmensen niet gezien als bedreiging voor het systeem. Ze zijn ook al lang uit de essentiële delen van het systeem gefilterd door het onderwijssysteem. Hoogbegaafden komen vaak wel door dit onderwijsfilter, omdat ze hun gebrek aan aanpassingsvermogen aan de toxische omgevingen die onderwijsinstellingen vaak zijn5, meestal kunnen compenseren met hun intelligentie.

Succesvolle hoogbegaafden

Ze lijken zeldzamer dan mislukte hoogbegaafden, maar er bestaan ook succesvolle hoogbegaafden, die zelfs op hoge posities terecht kunnen komen en zich in een wereld vol systeemmensen kunnen voortbewegen. Mijn vermoeden is, dat de kans daarop het grootst is, als opvoeding en onderwijs zijn afgestemd op de hoogbegaafde. Zo zal de hoogbegaafde i.p.v. frustratie juist veel vertrouwen in zichzelf ontwikkelen en daardoor beter op tegenslagen kunnen anticiperen en strategischer met situaties omgaan, omdat de emoties minder hoog oplopen. Een andere optie is, dat de hoogbegaafde zijn eigen organisatie of bedrijf is begonnen. Sowieso geldt altijd: hoe hoger je in het systeem zit, hoe meer invloed je hebt en hoe autonomer je kunt handelen. Dus als het een hoogbegaafde toch lukt daar te geraken, groeit de kans op overleving.

Systeemmensen zijn degenen die in onze samenlevingen de misstanden rekken, totdat het onhoudbaar wordt.

De functie en de gevaren van systeemmensen

Net zo min als bij hoogbegaafden kan men systeemmensen als groep definiëren die duidelijk is afgescheiden van de rest. Waarschijnlijk zit er in ons allemaal zelfs een stukje systeemmens, kunnen we ons allemaal in bepaalde situaties als systeemmens gedragen. Systeemmensen hebben namelijk ook een functie: ze houden de boel draaiende, wat er ook gebeurt, zonder daarbij al te veel vragen te stellen. Het evidente gevaar dat daar natuurlijk in schuilt, is de enorme hoeveelheid leed die door systeemmensen kan worden aangericht, of veel vaker nog, gefaciliteerd. Waar de systeemmens denkt het goede te doen door het systeem dat ons dient te beschermen, kan hij in werkelijkheid heel veel kwaad aanrichten, omdat het systeem toxisch is, of steeds toxischer wordt. Als er vervolgens individuen opstaan, die de problemen van het systeem als eerste signaleren, worden deze individuen eerst afgeweerd of uitgeroeid. Dat is het lot van bijna alle klokkenluiders. Ze werken hard om misstanden aan te tonen en offeren zich op voor het algemeen belang, maar dan zijn daar de poortwachters van de gevestigde belangen en het systeem om het gevaar onschadelijk te maken. Systeemmensen zijn degenen die in onze samenlevingen de misstanden rekken, totdat het onhoudbaar wordt. En ze kunnen zich daarbij veilig voelen. De systeemmens wordt achteraf namelijk beschermd. Een enkeling wordt wellicht geofferd voor de misstand die inmiddels niet meer te ontkennen is, maar het gros komt er altijd mee weg, omdat ook de jury voor een groot deel uit systeemmensen bestaat.

Leed: mede mogelijk gemaakt door …

Er zijn natuurlijk de grote onderwerpen waar systeemmensen leed faciliteren, omdat ze hun morele kompas grotendeels aan het systeem hebben gekoppeld. Denk aan de meeste oorlogen (meer over het verschil in oorlogsmotieven in een volgend artikel), de jodenvervolging door de Nazi’s, het systeem van slavernij en tegenwoordig nog steeds de bio-industrie en het kapitalisme. Maar het totaal aan kleiner leed mag ook zeker niet onderschat worden: al die organisaties waar mensen werken in onhoudbare systemen, waar toxische omstandigheden worden gerekt zo lang het kan, ambtenarenapparaten die vrijwel blind de wetten uitvoeren en vele burgers duperen, vaak veroorzaakt door systeemmensen in de politiek. Zeker ook de politiek zit naast wat idealisten, vol met systeemmensen. In de meeste landen staat een systeemmens aan het roer. En als er een waanzinnige narcist aan het roer staat, weet hij precies hoe hij systeemmensen voor zich kan laten werken en welke groep hij onschadelijk moet maken: de hoogbegaafden.

Ze willen je baan als leidinggevende niet inpikken, ze willen je alleen maar helpen het goede te doen.

Het belang van hoogbegaafden voor een vermindering van leed

Hoe zeer we ook systemen draaiende willen houden en kunnen houden met dank aan systeemmensen, er is in onze wereld een heleboel leed te voorkomen dat door menselijke systemen wordt veroorzaakt. Zelfs als er achteraf over wordt gezegd dat er eigenlijk geen schuldige aan te wijzen is, had er veel voorkomen kunnen worden. De crux is: beter en eerder luisteren naar signalen van klokkenluiders en mijn-kanaries, in plaats van ze te lang als zand in de machine te beschouwen. Op veel plekken lopen individuen rond met goede bedoelingen die misstanden eerder zien dan anderen. Hoogbegaafden hebben de neiging hier veel aandacht aan te geven, dit zelfs boven hun gewone werkzaamheden te prioriteren. Ontvang je van een medewerker ineens lange mails, dan is dat een signaal om serieus te nemen. Die stuurt hij niet om jou het leven zuur te maken, noch voor eigengewin, maar louter om het algemeen belang te dienen. Luister naar deze mensen in plaats van ze als last te zien. Ze willen je baan als leidinggevende niet inpikken, ze willen je alleen maar helpen het goede te doen. Het is hun roeping, hun natuurlijke functie in het geheel, zieke systemen te genezen, zelfs nog voordat de meeste mensen überhaupt doorhebben dat het systeem ziek is.


Disclaimer: Dit verhaal is net als alle verhalen op de wereld een narratief, dat de complexe werkelijkheid in voor mensen begrijpelijke woorden probeert te vatten. Zoals veel verhalenvertellers heb ik geprobeerd geen onwaarheden te vertellen. Anderzijds pretendeer ik zeker niet de absolute waarheid te vertellen. Ik hoop slechts het perspectief van mijn lezers te verbreden.


  1. Uit Praktijkboek hoogbegaafdheid in psychotherapie, Adriaan Sprey. Genoemde worden definities van Renzulli (1987), National Association for Gifted Children (2002) en Webb et al. (2005, 2012), waarbij Renzulli zich enkel richt op behaalde prestaties, terwijl veel hoogbegaafden juist last hebben van onbenut potentieel. Daarover later meer.
  2. Zie andermaal Renzulli (1978) in Praktijkboek hoogbegaafdheid in psychotherapie.
  3. Zie: Misdiagnose van hoogbegaafden, James T. Webb, Edward R. Amend, Nadia E. Webb, Jean Goerss
  4. Zo kan een hoogbegaafde makkelijk geloven dat de meeste mensen deugen (zie De meeste mensen deugen, geschreven door Rutger Bregman), terwijl een iemand met een lage moraal juist gelooft dat we strenge regels nodig hebben en keihard moeten straffen, omdat mensen niet te vertrouwen zijn. Ja, mijn idee is dat deze visie op de mensheid veel verraadt over degene die het zegt. Zie ook mijn eerdere punt over regels en vertrouwen binnen de Duitse samenleving, als twee zijden van dezelfde medaille.
  5. Onderwijsinstellingen zijn bij uitstek organisaties waarbinnen een sterke hiërarchie heerst, logischerwijze met name tussen de opleideling en de rest van de organisatie. De persoon in opleiding bevindt zich in een sterke afhankelijkheidspositie t.o.v. de instelling, waardoor misbruik van die machtsrelatie op de loer ligt. Dit geldt helaas niet alleen voor lager en middelbaar onderwijs, maar ook volwassen onderwijs tot op het hoogste niveau is hiermee vaak sterk besmet. Iemand in opleiding die veel geld en energie heeft geïnvesteerd, kun je middels dreiging van een slechte beoordeling voor veel karretjes spannen, dus belonen voor “goed” gedrag. Omgaan met wanorde en slecht management binnen zo’n onderwijsinstelling wordt bijna altijd opportunistisch als leerdoel geformuleerd: “net als in het echte leven”. Inhoudelijke kritiek kan leiden tot slechte beoordelingen.

Profile picture

Written by Alfons Seelen who lives in Europe and writes about society, regionalism, work, mental health, and economics | Follow him on LinkedIn